Oostenrijk: Dina uit Bocholt

 

Vanaf mijn prilste jeugd heeft mijn leven in het teken van muziek gestaan. Ik was nog maar vijf toen ik noten leerde lezen. 

Mijn schatten van ouders moedigden me aan en deden alles om mijn talent te helpen ontwikkelen. Ze kochten een accordeon voor mij en lieten me les volgen.

Daarmee mocht ik, toen ik twaalf was, op het kabinet van de “ Bundeskanzler”  (eerste minister) optreden. Ik studeerde in Wenen muziekpedagogie.  De lessen zang boeiden me enorm en mijn leraar stelde na het eerste  semester voor om ook zangpedagogie te volgen..

Ik werd lid van het beroemde Schönbergkoor , een grote verruiming voor mijn  muzikale horizon.

In Innsbruck  volgde ik een masterclass bij de Belg René Jacobs - toen een jonge countertenor- nu een wereldberoemde dirigent. Hij adviseerde me om mijn zangtechniek te verfijnen bij Mevrouw Frateur in Antwerpen. Een fellowship maakte het mogelijk deze opleiding in België verder  te zetten. De leerstof voor mijn examen algemene pedagogie aan de Weense universiteit studeerde ik in Antwerpen. Met Allerheiligen trok ik naar Wenen om daar mijn laatste examen af te leggen.

Daarna ging alles in een stroomversnelling.

Voor ik het besefte werd ik gevraagd als soliste. Ik zong voornamelijk de solopartijen in de grote oratoria, dat zijn concerten met orkest, koor en solisten met Bijbelse inhoud.

Op die manier nam ik deel aan Europese muziekfestivals  in België, Frankrijk, Italië, Duitsland en Oostenrijk.  In 1991 zong ik in Japan, een bijzondere ervaring.

 

Optreden vond ik geweldig, maar mijn grote passie was toch het lesgeven.

Al vanaf mijn zestiende gaf ik pianoles aan de kinderen van mijn leraars.

Ik was dan ook blij verrast met de vraag om zangles te mogen geven in het Belgische hoger muziekonderwijs: in het Lemmensinstituut in Leuven en tien jaar later  ook  in het Koninklijk conservatorium in Brussel. Dat was leuk: we waren op huwelijksreis in Australië toen de directeur belde. Solliciteren heb ik dus niet geleerd, ik heb het nooit hoeven te doen.

Het is fantastisch dat jonge mensen je hun vertrouwen schenken, dat je hen mag begeleiden, hen een weg mag wijzen. Dat je een bijdrage mag leveren aan het ontwikkelen van klassieke zangtalenten.

 

Veel plezier  beleefde ik ook tijdens de periode dat ik zangcoach was van het European Youth Choir, - wat een feest en vreugde om met zoveel jonge mensen te mogen werken!

Ik coachte ook koordirigenten tijdens Internationale koorleiderscursussen. Dit bracht me dan weer naar Spanje, waar ik voornamelijk in Baskenland werkte. Aan deze periode heb ik goede vrienden overgehouden.

 

In 1989 werd ik door een koordirigent gevraagd om in Brugge een koorleiderscursus vocaal te begeleiden. Ik gaf individueel les aan de dirigenten en werkte ook in groep met het ‘oefenkoor’. Met de koorleden had ik buiten de lessen weinig contact.

Daarom ging ik ook niet in op de uitnodiging van een bas uit Bocholt, die in de herfst een reünie van dit koor organiseerde.

Eind januari kreeg ik van hem de vraag of ik mee wilde naar een matineevoorstelling van het Bolsjoj theater in de Elisabethzaal in Antwerpen. Hij had vrijkaarten  en ik woonde in Antwerpen. Dat wilde ik wel.

 

Het was  4 februari 1990. Voor de voorstelling gingen we samen iets eten.

Hij vertelde heel openhartig  zijn verhaal:  over zijn overleden vrouw en over zijn kinderen.

Ik heb toen totaal zonder verwachtingen zijn uitnodiging aangenomen, dacht zelfs niet aan een relatie. Ik was immers druk bezig met het ontwikkelen van mijn talent en het uitbouwen van mijn carrière.

Maar ik wist het direct: Dit is de man met wie ik mijn leven wil delen! Dit is mijn prins op het witte paard!

Hij vroeg of ik ook interesse had in kunsttentoonstellingen. En of! Ik ga nog altijd graag. Na mijn pensionering heb ik zelfs 4 jaar tekenkunst gevolgd aan de kunstacademie van Neerpelt.

Ik nodigde Frans uit voor mijn optredens. Met Pasen nam hij me mee op reis naar Engeland en we hebben elkaar nooit meer losgelaten.

We zijn in 1991 getrouwd en samen in zijn huis in Bocholt gaan wonen. Enkele jaren later hebben we een boerderij verbouwd en er ons “paradijs” van gemaakt.

We zijn er ontzettend gelukkig geweest.

Op 5 april 2021 is Frans helaas overleden, maar ik voel zijn aanwezigheid nog elke dag.

Hij heeft me altijd in alles gesteund en ging soms mee naar mijn optredens. We hebben samen veel gereisd, met het vliegtuig, de auto en de fiets.

 

Op mijn vijftigste ben ik gestopt met mijn concerten. In die periode kreeg de zoon van Frans en zijn vrouw kinderen. Al heb ik geen eigen kinderen, oma zijn wilde ik me niet laten ontglippen. Het is heerlijk!

 

Nu ik zelf niet meer hoefde op te treden konden Frans  en ik samen naar concerten of operavoorstellingen van mijn leerlingen gaan. Heel fijn was dat.

De passie voor het tuinieren heeft Frans me bijgebracht. Uren werkten we samen in onze tuin.

Ook nu onderhoud ik mijn tuin – op de grote werken zoals de hagen snoeien na- zelf. Het geeft me troost en ik doe het als  eerbetoon aan Frans. Hij zou tevreden zijn.

 

Met veel dankbaarheid en tevredenheid kijk ik terug op mijn leven.

Ik heb heel veel gekregen.

Ik ben met een ‘absoluut gehoor’ geboren, dat heeft niet alleen voor mijn eigen muzikale ontwikkeling  veel betekend, maar ook het lesgeven vergemakkelijkt.

Ik ben dankbaar voor mijn rijke concertleven: de optredens, de sfeer in de  mooie concertzalen, de verwachting van het publiek die te snijden was en daarna het ontladende applaus.

Maar waar ik vooral blij om ben, dat zijn mijn oud-leerlingen.

Het fascineert me om hun ontwikkeling te volgen: ofwel geven ze les ofwel reizen ze zingend door de wereld. Met sommigen heb ik nog altijd een heel goed contact.

Mijn professionele leven speelde een prominente rol.

Maar er is zoveel meer om dankbaar voor te zijn.

Ik ben gelukkig, dat het lot me naar België gebracht heeft en dat ik mijn leven met Frans mocht delen.

Nu hij er niet meer is zou ik niet weten hoe ik verder zou moeten zonder de steun van mijn buren en vrienden.

Mijn neef uit Oostenrijk, die wekelijks naar mij belt, mijn vriendinnen, die langskomen of me uitnodigen, dat alles houdt me recht.

 

Of ik heimwee heb naar Oostenrijk?

Ik ben geboren en getogen op een boerderij in het adembenemend mooie landschap van het ‘Mostviertel’, het zuidwesten van de deelstaat Niederösterreich.

In het noorden grenst het aan de Donau, het beroemde wijngebied Wachau ligt nabij. In het oosten grenst het aan de uitlopers van het Weense woud.

Hier in Limburg woon ik ook in een prachtige omgeving en bezoekers zeggen vaak dat mijn thuis een klein landgoed is.

Met Frans in gedachten  is mijn stek zonder enige twijfel  mijn paradijs geworden.